Je bekijkt nu Leren communiceren bij de politie…

Leren communiceren bij de politie…

Over communiceren met de politie kan ik na een dozijn jaar bij de lokale krant een boek schrijven. Laat ik beginnen met een blogje, dat ik móet schrijven na het lezen van een tweet van Dick van Gooswilligen, vandaag. Dick is een communicatieman bij de politie. Door zijn tweet viel ik van mijn stoel van verbazing.


Dick en ik, we gaan ‘way back’. Dat zal hij niet meer weten, maar ik wel. Laat ik bij het begin beginnen. Vroeger, o vroeger, hadden we bij de krant regelmatig politieberichten in de kolommen. Politienieuws is voor een krant vrijwel altijd interessant.

Op een dag jáááren geleden, vonden we bij Het Kanaal dat de politieberichten beter konden. We spreken begin jaren ’00, over de tijd dat Mark Mian teamchef was van het team Nieuwerkerk. Mark Mian was een man van het dorp, hij kende Nieuwerkerk. Een man die bereikbaar was voor journalisten. Dat waren overigens ook de meeste van zijn opvolgers, geen kwaad woord daarover, maar daar gaat deze blog niet over.

jennie kah wijkagent nov 2003 20121217 1336753121Mian bedacht op een gegeven moment dat elke wijk van Nieuwerkerk een eigen wijkagent kreeg. Een agent die zichtbaar was in de wijk, die bereikbaar was voor de bewoners en die communiceerde met de pers. En Mian wilde dat Het Kanaal – de krant van het dorp – daar een rol in kreeg. We hebben het over het jaar 2003. Nieuwerkerk werd verdeeld in drie delen en Jenny, Sylvia en Mirjam waren de agenten van dienst. Ik presenteerde de drie dames elk met een groot verhaal in de krant. Leuke foto erbij, hartstikke mooi.

Onderdeel van deze nieuwe openheid was dat er elke week een aantal politieberichten in de krant kwam. Teamchef Mian wilde dat, omdat ook hij vond dat de politieberichtgeving beter kon. Mian vertrouwde zijn medewerkende wijkagenten en elke maandagochtend om 9.00 uur, kort voor de deadline van de krant, belde ik met één van de wijkagenten en die gaf vervolgens een selectie van politieberichten door die relevant waren voor het dorp. Het leverde altijd wel een kolom van vijf tot tien berichten op. Soms met een getuigenoproep ertussen, maar vrijwel altijd eerlijk en transparant. Ernstige berichten werden niet geschuwd, maar af en toe ook gewoon lekker een ‘Man bijt hond’-achtig bericht met een knipoog. De politie vertrouwde mij erop dat ik er goede berichten van maakte. En dat ging goed.

2505 Jaap de Kok dakDat ging eigenlijk zelfs best lang goed. Ook toen teamchef Jaap de Kok in 2005 de leiding in Nieuwerkerk overnam, bleven we de berichtgeving op deze manier vormgeven. De Kok was (en is) ook een teamchef die snapt hoe goede communicatie werkt. Dicht bij de mensen, de berichten kwamen van agenten die wisten hoe het dorp in elkaar zat.

Toch kwam er een kink in de kabel. Wat de reden precies was, weet ik niet. Maar er kwam ‘nieuw beleid’. Meestal betekent dat dat er ergens achter de schermen iemand is aangesteld die vindt dat het anders moet. Vanaf dat moment mochten de wijkagenten niet meer direct doorgeven wat er ‘bij nacht en ontij’ of ‘op klaarlichte dag’ was gebeurd in het dorp. Vanaf dat moment verliep alle communicatie via de Afdeling Communicatie. Op de redactie wisten we dan direct: dat wordt minder.

De Afdeling Communicatie zat ergens in Leiderdorp. Ver weg van Nieuwerkerk. Op zich maakt dat niet uit. Maar wat gebeurt er dan? Dan krijg je berichten dat er op de Batavierstraat in Nieuwerkerk iets is gebeurd. Of dat bij sporthal Swanla in Moordrecht iets is voorgevallen. Of op de Kerkweg in Nieuwerkerk. Voor leken zeggen deze voorbeelden niets. Maar die straten bestaan niet en die sporthal staat niet in Moordrecht. Kortom: er worden allerlei kleine foutjes gemaakt. En als dat soort details niet kloppen, weet je dat het door iemand is gemaakt die de lokale situatie niet kent. Het grootste nadeel: als je iets wilt checken, moet dat óók via Afdeling Communicatie. Ofwel: ik bel niet even naar de agent of het bureau in Nieuwerkerk en krijg te horen waar iets is gebeurd, maar ik bel naar de Afdeling Communicatie en die belt naar het bureau in Nieuwerkerk. Dan moet erover worden overlegd, en vergaderd, en nagevraagd en die persoon is er niet en de ander is vrij. Kortom: het werkt niet.

Het was zo irritant, dat ik af en toe boos werd op de politie en ik op gesprek mocht met het Hoofd Communicatie uit Leiderdorp. En dat was… Dick van Gooswilligen. Gelukkig hoefde ik niet naar Leiderdorp en kwam de beste man naar Nieuwerkerk. Het gesprek dat volgde, was bijzonder. We hadden een totaal ander beeld van hoe goede communicatie zou moeten verlopen. Eigenlijk lulden we een half uur langs elkaar heen. Het was de klassieke clash tussen een journalist en een voorlichter. De journalist wil alles weten en bepalen wat de krant haalt, de voorlichter wil de berichtgeving contoleren. En dat gaat dus niet samen. En begrijp me goed: als iets in het belang van onderzoek (nog) niet gemeld kan worden, acteer ik als journalist echt wel in het algemeen belang. Van Gooswilligen wilde de communicatie niet teruggeven aan het lokale politieteam en de lokale journalist. Daar kwam het op neer.

U begrijpt nu wellicht waarom ik van mijn stoel viel toen ik deze tweet las, van Van Gooswilligen. Stiekem moest ik een beetje lachen, maar tegelijkertijd schudde ik meewarig mijn hoofd… De Dick van Gooswilligen die de communicatie voor de Afdeling Communicatie wilde houden, en die dat absoluut niet wilde toevertrouwen aan de lokale mensen, die nu ineens dit zegt. Voortschrijdend inzicht. Meer kan ik er niet van maken. Live and learn.

Uiteraard ga ik er in deze blog vanuit dat Van Gooswilligen met het tweeten van dit bericht aangeeft dat hij achter deze uitspraak staat. Als dat niet zo is, dan hoor ik het wel. Ook dat is communiceren.