Wist u dat er in Capelle op dit moment (eind november 2013) precies 8713 inwoners tussen 16 en 27 jaar wonen? En dat daarvan 223 werkloos zijn? Of in ieder geval: waarvan bekend is dat ze werkloos zijn?
Want alleen WW’ers en mensen met een bijstandsuitkering worden als werkzoekend vastgelegd in ‘de systemen’ van de gemeente en uitkeringsinstantie UWV. Een jongere die thuis woont, nooit heeft gewerkt en een baan zoekt, staat nergens geregistreerd. Waarom ik dit schrijf? Omdat ik dat leerde bij het schrijven van een verhaal voor het AD. Als aanleiding een cursus van De Jonge Krijger in Nieuwerkerk. Ik mocht er over schrijven en vond het eigenlijk wel interessant om te achterhalen hoeveel mensen uit de doelgroep eigenlijk werk zoeken. Dankzij de gemeente Capelle en het UWV kwam ik er betrekkelijk snel achter. Hieronder het krantenknipsel en daaronder de ruwe tekstversie.
‘Werk zoeken is combinatie van droom en pragmatisme’
CAPELLE A/D IJSSEL – Capelle aan den IJssel heeft op dit moment 223 werkloze jongeren in de leeftijd van 16 tot 27 jaar. Jongeren die aan het werk willen. Of aan het werk moeten.
Het aantal jonge werklozen in Capelle stijgt. In januari waren er 81 jongeren met een ww-uitkering, in oktober 116. Een stijging van 43 procent. Daarnaast kent de gemeente 107 jongeren met een bijstandsuitkering. Dat betekent dat in totaal 223 jongeren zonder werk zitten. Dat is 2,6 procent tussen 16 en 27 jaar.
Volgens Rob Scholtes van het UWV Rijnmond is de stijging niet vreemd. “In een laagconjunctuur zijn het de jongeren die meestal als eerste worden geraakt door de crisis,” zegt hij. Het aantal ww-uitkeringen is gering, omdat jongeren die veelal maar drie maanden krijgen.
Zeker is dat het voor jongeren moeilijk is werk te vinden. Helemaal als het voortijdige schoolverlaters zijn. De Krijger Academie is een training om jongeren te helpen. Maandag 2 december gaat weer een Krijger Academie van start in Capelle. Telkens doen er vijftien jongeren aan mee.
“We helpen hen niet alleen met het schrijven van sollicitatiebrieven of het voeren van gesprekken,” legt trainer Maarten Neven uit. “Wij willen jongeren ook laten ontdekken wat ze echt willen en kunnen. Wat is hun motivatie? Het is een intensieve training van negen bijeenkomsten in drie weken. Door onze manier van werken zien we al heel snel een verandering. Als je de stap naar een opleiding of naar werk wilt maken, moet je eerst goed weten wat je wilt. Tijdens de training leren de jongeren ook dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor de stappen die ze nemen. Verder werken we in groepsverband. Na afloop volgen we de jongeren minimaal één jaar.”
Neven kent het probleem van jongeren die dromen van een toekomst die wellicht onrealistisch is. “Het is wel onze ambitie om jongeren te motiveren om te doen wat ze het allerliefste doen. Maar ook: wat is realistisch en wat niet? Dan kom je wel eens in een spagaat terecht.”
Toch wordt de droom van jongeren niet de kop ingedrukt. “Er is een meisje dat droomt van werken in de kinderopvang. Dat is op dit moment nagenoeg onmogelijk. Dat meisje kijkt nu even naar de ouderenzorg, waar niet haar hart ligt. Dat doet ze in de tussentijd, met in haar achterhoofd dat ze in de toekomst toch met kinderen kan werken. Het is vaak een combinatie van dromen en pragmatisme.”
In 2012 hielp De Jonge Krijger vier groepen bij het zoeken naar een baan. “Bijna 90 procent van de deelnemers vond een plaats bij een werkgever of een opleiding,” zegt Neven. Cijfers van 2013 zijn nog niet compleet, maar zo’n 95 jongeren deden mee. Neven verwacht een slagingspercentage boven de 70 procent.