Gouderak. Dat mooie, kleine dorpje dat met z’n kruin de Hollandsche IJssel toucheert en met z’n poten in de Krimpenerwaard sopt. Jaren en jaren gebeurde er nauwelijks iets, op bouwgebied.
Nooit werd het dorpje groter. Eerder kleiner, en dan denk ik aan de gesloopte Zellingwijk. Sinds ik in de winter van 1976 het levenslicht zag, letterlijk op de Iependaal, zijn de contouren van het dorp altijd hetzelfde gebleven. Alleen in ‘dorp-oost’ werden drie straatjes gebouwd. Dorp-Oost, het klinkt al groter dan het is.
‘Gouderak is de periferie van de periferie,’ zegt mijn collega Schilthuizen altijd enigszins denigrerend over het dorpje, als ik er weer eens over begin. Maar ondertussen weet ik dat Peter ook zeker wel de charme van Gouderak kent. Hij weet ook wel dat Gouderak de leukste Koninginnedagviering in de regio heeft. Dat een tocht met het pontje een avontuur van jewelste is. Dat het door vrijwilligers gebouwde openluchtzwembad een pareltje is. Net als het Dorpshuis. En dat het Gouderakse verenigingsleven iets is om trots op te zijn.
Ondertussen lijkt het erop dat Gouderak in een fase van z’n bestaan is dat de ‘stilstand’ waar ik deze column mee begon is ingeruild voor een enorme bouwfase. Als ik de Gouderakse Oranjevereniging een tip mag geven voor het thema van Koninginnedag 2012: Gouderak bouw-derak! Er wordt op dit moment ongelooflijk veel gebouwd. Het lijkt of een achterstand van pak-em-beet dertig jaar in korte tijd wordt ingehaald. Zelfs de kerktoren staat letterlijk in de steigers. Maar dat is niet alles. De nieuwe Zellingwijk krijgt steeds meer vorm. Op de grens met Gouda wordt eindelijk serieus werk gemaakt van de Zuidwestelijke Randweg. De contouren van de weg, dwars door de polder, zijn zichtbaar en na de zomervakantie komt als het goed is de nieuwe brug. Een nieuwe brug. Wie had dat ooit gedacht. Vooral lekker voor de mensen die dagelijks in de file staan in Gouda. Maar toch.
En dan het dorp zelf. Ook daar wordt veel gebouwd. In eerste instantie dacht ik: helaas. Want eigenlijk werd eerst mijn hele jeugd ‘gesloopt’ en merkte ik dat ik een oud mannetje begin te worden… De oude gymzaal en het oude trapveldje moesten weg. Duizenden uren bracht ik er door. De oude School met de Bijbel en de oude Kranepoort werden gesloopt. Duizenden uren bracht ik erdoor. Op de eerste school in de klas, bij de tweede school op het plein, tennissend tegen de blinde muur. Zelfs de boerderij waar ik vroeger altijd rondstruinde, van boer De Leede, is weg. Uren viste ik er op de betonnen bruggetjes. Stuntvliegeren deden we op het weiland. Als kleine Gouderakse ventjes hielpen we soms met ‘hooien’. Maar de boerderij is weg. Ervoor in de plaats komt een Huf Haus. Als ik Google mag geloven een heel bijzonder huis, dat in negen dagen is neergezet. Nostalgie en melancholie deden een treurdans in mijn hoofd. Want waar gesloopt wordt, wordt meestal ook weer gebouwd. En niet alles kan bij het oude blijven. Er kwam dus een nieuw schoolgebouw met gymzaal voor in de plaats. En zelfs het centrum gaat nu op de schop. Appartementen! Rijtjeshuizen! Vrijstaande huizen! Een winkelcentum met appartementen erboven! Het moet niet gekker worden in mijn dorpje. Straks wordt de Waal een overdekt tweede Thialf…
En zo maakt Gouderak een enorme ontwikkeling door. Natuurlijk zijn er inwoners die het allemaal niks vinden. Die tegen de Zuidwestelijke Randweg zijn. Die tegen het Veenweidepact zijn. Die nog altijd tegen de fusie met Ouderkerk zijn en die tegen eigenlijk alles zijn. Terechte geluiden, soms. Maar een beetje meegaan met de tijd is voor Gouderak ook niet slecht. Hieperdepiep, Gouderak.