De stichting van Drost IJserman is een begrip bij alle Moordrechtenaren. Of zou dat in ieder geval moeten zijn. Want de stichting is belangrijk geweest in de ontwikkeling van het dorp. Voor de geschiedenis van het dorp. En er hangt een leuk snufje geheimzinnigheid omheen. Bewust wordt een rol op de achtergrond gekozen. Alles ‘in de geest van de stichting’. Over de stichting schreef ik een paginagroot verhaal. Veel tekst, maar in mijn optiek wel heel interessant. De platte tekst staat onder de krantenpagina.
Bestuur stichting Drost IJserman waakt over nalatenschap van rijk Moordrechts echtpaar uit negentiende eeuw, tot op de dag van vandaag
Stichting Drost IJserman laveert al 140 jaar tussen verleden en toekomst
MOORDRECHT – Het hedendaagse Moordrecht is een dorp met een rijk verleden. Een verleden dat onder meer wordt gekenmerkt door vele touwslagerijen en steenbakkerijen. Eén van die steenfabrieken was van de heer Drost. Hij was getrouwd met mevrouw IJserman. Niet verwonderlijk behoorden zij tot de ‘gegoede burgerij’, de notabelen van het dorp. De familie IJserman was een vermogende familie en de heer Drost was een rijke steenfabrikant. Zijn fabriek stond op de plek waar later de KVT-tapijtenfabriek kwam, waarvan nu alleen nog de KVT-toren en de portierswoning bewaard zijn gebleven. Het echtpaar Drost IJserman kreeg geen kinderen en daarom werd de gehele nalatenschap bij testament gegund aan de gemeenschap van Moordrecht. Nog altijd waakt een bestuur van regenten en regentessen over deze nalatenschap, tot op de dag van vandaag.
De stichting van Drost IJserman is een stichting met wortels in een ver verleden. Maar nog altijd wordt de stichting bestuurd volgens de richtlijnen die in het testament van het echtpaar zijn opgesteld. Zo goed en zo kwaad als dat gaat. De stichting opereert in alle bescheidenheid en treedt nauwelijks naar buiten. Dit geheel in de geest van het echtpaar, dat volgens de overlevering bescheiden was, ondanks de rijkdom. Een voorbeeld van die bescheidenheid is dat op het weeshuis dat werd gebouwd alleen het woordje ‘weeshuis’ moest worden gebeiteld. Niet meer en niets minder. Geen gepronk met de naam van de oprichters. “Mevrouw IJserman en de heer Drost waren zeer bescheiden mensen, hebben we uit de overlevering gehoord De heer Drost was een nobele werkgever, met een duidelijk hart voor de medemens,” zegt Ad van der Eijk, de huidige voorzitter van de stichting van Drost IJserman.
Het bestuur van de stichting kiest bewust voor een rol op de achtergrond, maar wil daar in dit geval een keer vanaf wijken. Ten eerste om de stichting onder de aandacht van de fusiegemeente te brengen, maar ook om een andere reden: vanwege bezuinigingen in de zorg staan de openingstijden van de kinderboererij onder druk en daarom wil de stichting een beroep doen op de gemeente (zie hieronder). De kinderboerderij bestaat dit jaar tien jaar en 29 mei is er een open dag.
“Nu de gemeente Moordrecht is gefuseerd zijn er vast veel mensen in de nieuwe gemeente Zuidplas die nog nooit van de stichting hebben gehoord. Daarom willen we wat laten weten over het ontstaan van de stichting en de doelstellingen.”
Ad van der Eijk vormt samen met vijf andere Moordrechtenaren het bestuur. In het testament van de familie Drost IJserman, zorgvuldig bewaard in een kluis, is nauwgezet geregeld hoe het bestuur moet zijn samengesteld. Te weten: drie mannen en drie vrouwen. En zo is het altijd geweest. Momenteel wordt de vrouwelijke helft van het bestuur gevormd door Nel Blom, Nel Hardijzer en Agatha de Wilde. De mannelijke helft bestaat uit Kees Slingerland, Marijn Tipker en Ad van der Eijk. Zo’n zes keer per jaar vergaderen zij in de ‘regentenkamer’ naast één van de zorgboerderijen in het dorp. Officieel heten de bestuursleden regenten en regentessen, maar anno 2010 noemen Van der Eijk en consorten zichzelf liever niet meer zo. “Dat klinkt zo regentesk,” zegt hij.
Van der Eijk: “We hebben altijd getracht in de geest van de oprichters een bepaalde bescheidenheid tentoon te spreiden. We proberen te waken over de doelstellingen en te blijven voldoen aan de wensen zoals ze in het testament zijn opgesteld.”
Dat testament is op 5 juni 1869 opgemaakt door notaris Snel in Breukelen. Met vulpen staat geschreven dat de notaris op die datum bezoek kreeg van ‘Vrouwe Maria Margaretha Catharina IJserman, zonder beroep, echtgenote van den Weledel geboren heer Johannes Drost Adrianuszoon, lid van Provinciale Staten, Hoogheemraad van Schieland en ‘Steenfabrijkant’ te Moordrecht’. En in die taal gaat het testament nog even door. Van der Eijk: “De heer en mevrouw Drost IJserman hebben dit testament laten maken, waarin zij hun nalatenschap wilden overlaten aan een stichting en waarin zij tot in alle details en finesses geregeld hebben wat er moest gebeuren. Hun doelstellingen, hoe het bestuur moest worden benoemd, hoe het bestuur moest zijn samengesteld. Het moesten bijvoorbeeld drie dames en drie heren zijn, van het Protestantse geloof.”
Wie het testament leest, ziet dat het echtpaar zeer nauwkeurig heeft nagedacht over alles wat geregeld moest worden. Van de manier waarop het gebouw schoon en proper moest worden gehouden tot de frequentie waarin het beddengoed van de wezen moest worden verschoond. Ook financieel werd alles tot op de cent geregeld.
Weeshuis
De kern van het testament is eigenlijk heel eenvoudig: binnen drie maanden na het overlijden van mevrouw Drost moest worden begonnen met de bouw van een weeshuis, bedoeld voor weeskinderen in Moordrecht, ongeacht afkomst of geloof. Het werd gebouwd aan de Schielands Hoge Zeedijk, nu Westeinde geheten. In het weeshuis werden de weeskinderen opgevoed door een weesmoeder en een weesvader. Uiteindelijk werd het met de bouw begonnen in 1874, het jaartal dat boven de deur in de voorgevel is te lezen. Twee jaar later, op 4 januari 1876 overleed mevrouw IJserman. Zij heeft de bouw dus nog mee kunnen maken.
Het pand stond toen fier en hoog op de dijk, met uitzicht op de uitgestrekte landerijen van Moordrecht. De huizen aan wat nu de Schielandstraat, Oostwaalstraat, Graaf Willemstraat en Drost IJsermansingel is, waren er nog niet. Een prachtige foto uit die tijd staat in het boek ‘In Holland staat een huis’ dat P. Joh Zonruiter schreef in 1974, naar aanleiding van het honderdjarig bestaan van de stichting D.IJ.
Om het weeshuis te kunnen bouwen, is kapitaal van de familie Drost IJserman gebruikt. Om het te kunnen laten functioneren, was door de familie een inkomstenbron bedacht. De familie had namelijk ook veel grond in bezit. Om precies te zijn 120 hectare, gelegen ten oosten van de Middelweg, tussen het kanaal en de huidige spoorlijn. De grond tot de Vijfde Tocht was van de familie. Tegenwoordig is het grootste deel ervan nog altijd in handen van de stichting.
In de loop der tijd heeft de stichting wel gronden verkocht aan de gemeente Moordrecht, ten bate van de uitbreiding van het dorp. Let op: voor 5 gulden per vierkante meter. Op landerijen van Drost IJserman werd Dorp Noord gebouwd en het bedrijventerrein ’t Ambacht. “Dergelijke ontwikkelingen kun je als stichting niet tegenhouden,” zegt Van der Eijk. “Onze taak is het om de stichting te besturen, niet om het dorp te besturen. We zijn geen politieke organisatie en willen niet door politiek gestuurd worden. In de onderhandelingen die destijds zijn gedaan, heeft het bestuur wel geregeld dat bijvoorbeeld de boerderij aan de Middelweg 60 en een stuk land er omheen, kon blijven bestaan.”
Niet altijd kon de stichting het dorp te hulp schieten. “Jaren geleden kwam het gebouw De Zuidplas in financieel zwaar weer terecht. Het gemeentebestuur heeft toen een beroep gedaan op het kapitaal van de stichting. Maar toen konden wij in het testament geen enkele manier vinden waarop we op dat verzoek in konden gaan.”
De boerderij Middelweg 60 is één van de vier boerderijen van de stichting. Vanuit deze vier boerderijen werden de gronden benut door boeren, die hun pacht afdroegen aan de stichting en vanuit die pacht werd het weeshuis bekostigd en moest in het onderhoud van de wezen worden voorzien. Twee van de vier originele boerderijen bestaan nog. Het zijn de eerste twee oude boerderijen die aan de linkerzijde van de Middelweg staan wanneer vanaf de spoorlijn richting Moordrecht wordt gegaan. De boerderij aan Middelweg 60, in het dorp, is herbouwd in oude stijl en de boerderij in de Krom is herbouwd als kinderboerderij.
“Met de doelstelling heeft het weeshuis kunnen functioneren tot 1935. Het heeft wel eens leeg gestaan, want er waren niet altijd wezen, maar het kon altijd functioneren,” weet Van der Eijk.
In 1909 woonde er voor het eerst geen enkele wees in het weeshuis. Vanuit het provinciebestuur werd geprobeerd er wezen van buiten Moordrecht te plaatsen. Dat had veel voeten in aarde, en het voert te ver dat in dit verhaal te melden. Ook vlak voor de Tweede Wereldoorlog stond het weeshuis leeg en daardoor kon Moordrecht de gemeente Rotterdam ten hulp schieten. “Want nadat in de Tweede Wereldoorlog op 14 mei Rotterdam werd gebombardeerd, kwamen er uit de stad weeskinderen naar Moordrecht toe. Dat paste natuurlijk eigenlijk niet in de doelstelling van de stichting, want het moesten Moordrechtse weeskinderen zijn. Maar om zoiets goed te kunnen uitvoeren, werd in de geest van het testament gehandeld. Gedacht werd dat de wezen Moordrechts zijn als ze in Moordrecht wonen…”
“Na de oorlog gingen de weeskinderen weer weg en daarna was er een periode geen bestemming voor het pand.”
Van weeshuis naar rusthuis
“Op een gegeven moment, in de jaren vijftig, kwam de gedachte om van het pand een rusthuis te maken voor bejaarden.” Dat was makkelijker gezegd dan gedaan. Want: het testament was duidelijk: de nalatenschap moest weeskinderen toekomen. Omdat de stichting ook met haar tijd meemoest, werd daar een oplossing voor bedacht. Het testament moest gewijzigd worden. Maar dat is niet eenvoudig. Er is zelfs een koninklijk besluit voor nodig. En dat kwam er, in 1960. Koninging Juliana zette een handtekening onder het Koninklijk Besluit en ook dat is te vinden in het archief. Prachtig oud materiaal.
In het nieuwe testament werd genoteerd dat de nalatenschap niet alleen ten goede van weeskinderen, maar ook ten goede van ‘ouderen en kinderen met een achterstand’ mocht komen. “En die zinsnede over kinderen met een achterstand, daar hebben we nu altijd nog profijt van,” zegt Van der Eijk.
Door de wijziging in het testament was het mogelijk om de boerderij aan de Middelweg 60 een nieuwe bestemming als zorgboerderij te geven. Er wonen nu twaalf personen met een verstandelijke handicap. Ook werd het mogelijk om de boerderij die werd gepacht door Wim en Nel Hardijzer rond de laatste eeuwwisseling te herbouwen als zorgboerderij met een functie als kinderboerderij. In de Krom, heet de boerderij, naar de bocht (de ‘krom’) in de Middelweg.
Terug naar het doel van de testamentswijziging. Van het weeshuis werd een rusthuis gemaakt. Ofwel een wat toen nog gewoon bejaardenhuis mocht worden genoemd. In het huis, dat in 1961 in gebruik werd genomen, kwamen in het begin 25 ouderen wonen. Het maximale aantal bewoners was 36. Van der Eijk: “Iedereen had een eigen slaapkamer, maar de badkamer en het toilet was op de gang en die moesten worden gedeeld met andere bewoners. Dat was op een gegeven moment natuurlijk niet meer van deze tijd.”
Na vijftien jaar werd daarom door het bestuur besloten een nieuw rusthuis te bouwen. “Dat werd Huize Moerdregt. Tegelijkertijd werden de bejaardenwoningen aan de Schielandstraat gebouwd. Die werden in een aparte stichting ondergebracht. Dat gebeurde eigenlijk op advies van burgemeester Bandell.”
Vorig jaar is het bezit van deze Stichting Beheer Bejaardenwoningen Moordrecht verkocht aan zorgpartners Midden Holland.
Van rusthuis naar gemeentehuis
Het oude weeshuis, dat zijn functie als rusthuis weer verloor, werd verkocht aan de gemeente Moordrecht, die er tot 31 december 2009 gebruik van maakte als gemeentehuis. Vanaf de verkoop in 1976 was Drost IJserman geen eigenaar meer, maar via het testament is wel vastgelegd dat in de tuin rond het pand geen bebouwing mag komen. Eén keer werd een uitzondering gemaakt, toen vanwege de uitbouw van het gemeentehuis er ook parkeerplaatsen bij moesten komen.
Overigens was het ook mevrouw Drost IJserman die op diverse plekken in het dorp beuken liet planten. Twee daarvan stonden voor het weeshuis en deze zijn de laatste jaren één voor één doodgegaan en gekapt. Ook de beuk voor de boerderij Middelweg 60 moet worden gekapt. “Hij is helemaal hol van binnen,” weet Van der Eijk.
Van gemeentehuis naar…?
Het oude weeshuis aan het Westeinde (zo heet de weg die tijdens de bouw de Hoogen Schielandschen Zeedijk heette) hoort niet meer bij de stichting van Drost IJserman. Die link hield op te bestaan toen het gebouw in 1976 gemeentehuis werd. Dat gemeentehuis staat sinds de gemeentelijke fusie leeg en de bedoeling is dat het een dorpshuis wordt.
Waar de stichting wel mee te maken heeft, is de toekomst van het eigen bezit. De landerijen aan de Middelweg die nu nog een agrarische functie hebben, komen in de toekomst wellicht in de knel. Het gebied behoort tot het zogeheten restveengebied en de boeren die de grond pachten, krijgen steeds minder ruimte om hun werk te doen. Zo moet de stichting van Drost IJserman al flink wat grond inleveren voor de aanleg van de nieuwe afslag Moordrecht op de A20. En zo is in de loop der jaren steeds meer grond afgesnoept van de stichting. Vrijwillig en onvrijwillig. De stichting heeft een rentmeester in dienst die onderhandelt met de provincie Zuid-Holland en Staatsbosbeheer. Daarbij gaat het over de vraag hoe de gronden in de toekomst beheerd kunnen worden. “We zullen het nooit verkopen aan een projectontwikkelaar, wel willen we als stichting proberen de polder open en groen te houden,” aldus Van der Eijk. “Grond verkopen is dus niet aan de orde.”
KADER:
Stichting Drost IJserman wil beroep doen op gemeente
MOORDRECHT – De oude stichting van Drost IJserman, ontstaan in de negentiende eeuw, heeft op dit moment te maken met de moderne problemen als gevolg van de economische crisis. Want door de bezuinigingen in de zorg, zou het kunnen gebeuren dat de kinderboerderij In de Krom in Moordrecht de openingstijden voor het publiek moet verkorten.
Bestuursvoorzitter Ad van der Eijk van de stichting van Drost IJserman: “Zorginstelling Gemiva (dat de kinderboerderij huurt en runt, red.) gaat het financieringsbugdet voor de kinderboerderij verlagen. De vraag is nu: hoe gaan we de kinderboerderij financieren en hoe kunnen we hem open houden? In de overeenkomst die we hebben, zijn de openingstijden voor het publiek vastgelegd. De grootste zorgen die we hebben, is hoe we de boerderij in het weekend kunnen open houden. Daar is geld voor nodig. Inmiddels heeft Gemiva al de vindingrijkheid getoond en kan de zaterdag open houden. Maar als er niets wordt gedaan, moet op zondag de boerderij dicht. Wij als stichting hebben al veel gedaan om de boerderij te doen ontstaan. Daarom willen we nu een beroep doen op de gemeente. In onze ogen is het een voorziening voor alle inwoners en tot nu toe heeft de gemeente niets hoeven bijdragen. De stichting heeft wel geld, maar het past niet in de doelstelling dat aan te wenden voor het redden van de zondagsopening. We willen de gemeente benaderen omdat we vinden dat de boerderij in het belang is van de gemeenschap. Wij vinden dit iets dat absoluut behouden moet blijven.”
De stichting heeft nog geen contact opgenomen met de gemeente en heeft met Gemiva afgesproken dat deze instelling dat initiatief gaat nemen.
KADER:
Grafkelder Drost IJserman moet door Hervormde Kerk worden onderhouden
De rijke familie Drost IJserman hebben tijdens hun leven geregeld waar zij na hun dood begraven wilde worden. Het is allemaal in 1861 genoteerd in een legaat dat door een notaris met vulpen is opgeschreven. De oude papieren bundel is opgenomen in het archief van de stichting Drost IJserman. De familie heeft een grafkelder laten bouwen aan wat destijds ‘den Hoogen Schielandschen Zeedijk’ werd genoemd, en wat thans het Westeinde is. Het graf staat schuin tegenover het voormalige weeshuis. In het legaat staat nauwkeurig beschreven dat de familie 10.000 gulden aan de Nederlands Hervormde Kerk schonk, waarmee het grafmonument moest worden onderhouden. In het graf liggen meneer en mevrouw Drost IJserman, de ouders van mevrouw IJserman en de zus van mevrouw IJserman.