Hè, eindelijk: ik had een interview met twee heren van de partij Nieuwe Gemeente Politiek, een nieuwe partij die meedoet aan de verkiezingen voor de gemeente Zuidplas.
Nadat lijsttrekker Frank van Mourik de afspraak al een keer had verplaatst, was hij vorige week dan toch op komen dagen op het kantoor van Het Kanaal. Samen met Rob Storm, de nummer dertien van de kandidatenlijst. Ik had er zin in: ik had het conceptverkiezingsprogramma van drie A4-tjes aandachtig gelezen en had wel behoefte aan wat nadere uitleg. Daar hebben de lezers ook recht op, dacht ik.
Want waarom is Nieuwe Gemeente Politiek eigenlijk opgericht? En wat willen ze bereiken in de nieuwe gemeente Zuidplas? Welke standpunten hebben ze en hoe willen ze die van theorie naar praktijk brengen? Wat voegen ze toe aan het politieke spectrum en wat willen zij dat andere partijen niet willen? En hoe komt het dat de lijst bestaat uit twaalf Nieuwerkerkers en slechts één persoon uit Zevenhuizen en één persoon uit Moordrecht?
Frank van Mourik (“Nee, ik hoef niets te drinken.”) en Rob Storm (“Een glaasje water graag.”) gingen tegenover mij zitten. Rob Storm was voor mij een nieuw gezicht. Van Mourik niet. Enigszins achterdochtig keek Frank van Mourik mij aan. Zou ik ook doen, met een journalist tegenover me… Ik had besloten met de deur in huis te vallen en vroeg naar de reden waarom beide heren NGP hadden opgericht. Frank van Mourik begon te vertellen dat het voornamelijk was vanwege de manier waarop bewoners van het Hitlandgebied zijn behandeld en omdat hij vond dat met name het Nieuwerkerkse gemeentebestuur laks is en hij ontevreden is over de afgelopen vier jaar. Ik schreef driftig mee en stond op het punt naar enkele voorbeelden daarvan te vragen. Dat kon een leuk gesprek worden, dacht ik!
Nog voordat ik verder kon met het bevredigen van mijn nieuwsgierigheid, wilde Van Mourik eerst wat weten. Hoe gaat zo’n interview precies in zijn werk? (ik: “Ik stel wat vragen en jullie geven antwoord.”) En hoeveel ruimte krijgen we in de krant? (ik: “Dat hangt af van wat jullie te melden hebben, maar evenveel ruimte als andere partijen is wel zo eerlijk.”) Heb je een vragenlijstje? (ik: “Ja.”) Mag ik dat vantevoren hebben? (ik: “Nee, zo werkt het niet.”) Hoe lang duurt het gesprek? (ik: “Nou, ik heb wel een uur, maar als politieke partij moet je toch zeker in minder tijd de essentie van je standpunten kunnen uitleggen, anders doe je iets niet goed.”)
Verder wilde Van Mourik weten of bij het artikel pasfotootjes van de eerste vijf kandidaten in de krant kwamen, want de NGP wil de kandidaten voorstellen. Toen werd het gesprek wat ongemakkelijk. Van Mourik eiste dat de fotootjes erbij kwamen en beweerde dat dat was beloofd. “Anders stap ik op!” Ik was wat verbaasd. Als redactie bepalen wij zelf hoe de krant eruit ziet. Pasfoto’s beloven doen we nooit. Het is ons werk om keuzes te maken en een mooi en informatief product voor te leggen aan de lezers.
Een politicus die een bepaalde opmaak eist, dat had ik nog nooit meegemaakt in mijn bijna tien jaar bij Het Kanaal. Ik was, zoals de Engelsen zo mooi zeggen, ‘flabbergasted’. Het leek me ook niet verstandig voor de geïnterviewden om weg te lopen. Ten eerste omdat je dan een kans om je standpunten uit te leggen laat liggen en ten tweede omdat het niet echt professioneel overkomt.
“We hebben nog maar drie weken, dus we willen wel goed in de krant,” zei Van Mourik. Tja, dan is weglopen niet het verstandigste wat je kunt doen. Volgens Van Mourik was het een principekwestie. “We willen eerst overleggen en kunnen we dan volgende week afspreken?” vroeg hij. Nou, dan wordt het voor mij ook een principekwestie. Graag of niet. En jammer maar helaas.
Ik had op zich wel te doen met Van Mourik. Toen ik hem onlangs vroeg waarom hij niet bij het eerste VEDJ-debat was, zei hij dat hij niet was uitgenodigd. Ook is hij niet uitgenodigd bij het bibliotheekdebat van 3 november, dus hij lijkt geboycot te worden.
Politiek is een bijzonder vak. Geven en nemen, compromissen sluiten, verantwoording afleggen. Vaak ook fouten maken en die niet toegeven. Zo is het altijd geweest en zo zal het altijd zijn. Nieuwe partijen denken dat altijd te kunnen verbeteren en die ambitie is goed. Maar niet altijd realistisch. Het blijft mensenwerk. Omgaan met mensen is belangrijk voor een politicus. Frank van Mourik heeft wat dat betreft nog een hoop te leren. En of hij dat in de raad doet, of daarbuiten, dat zal van de verkiezingsuitslag afhangen.