Hadden wij Ollanders maar een Luca Brecel

Bijna zorgde Luca Brecel vandaag een shock in de nog altijd door Engelstaligen gedomineerde snookerwereld. Nu hoor ik u denken: wie is Luca Brecel? U denkt bij de naam mogelijk aan Italië, u denkt mogelijk aan een bepaald merk boter… Niets van dat al. Het is een Belg. Of beter gezegd: een Belgje. De beste jongeman is 17 jaar oud en dit seizoen dé grote verrassing tijdens het UK Championship snooker in York, dat momenteel wordt gespeeld.

Het kereltje kreeg een wildcard van de organisatie, want bekend is dat Brecel aardig kan potten. Sommige critici twijfelden over die wildcard. Want is hij wel zo goed dat hij dat verdiende? De laatste jongeman die op zijn zeventiende meedeed en destijds de snookerwereld op zijn kop zette, was Ronnie O’Sullivan, een geniale legende. Over O’Sullivan twijfelt niemand meer. Over Brecel nog wel.
Brecel maakte vandaag aan die twijfel een einde. Hij kreeg het op een haar na voor elkaar om in de halve finale van het toernooi te komen door een verrassende bijna-winst op voormalig wereldkampioen Shaun Murphy. In sport houd ik niet van de term bijna-winst, want dat is gewoon verlies. Maar in dit geval mag hij gebezigd worden.

Even kort: in ronde één verraste hij door Ricky Walden – een Engelsman met een wat droevige uitstraling – te verslaan in een beslissende laatste frame. In ronde twee kwam hij tegenover Mark King – een Engelsman van het type volwassen straatschoffie – te staan. Die sloeg hij met 6-4 knock-out. In de kwartfinale was Shaun Murphy de tegenstander van formaat. Bij Shaun Murphy moet je denken aan een type Dik Trom. Een speler met een prachtige techniek.

Murphy wist meteen vanaf frame één dat hij geen routineklusje te klaren had. Brutaal nam Brecel de eerste frame. Vervolgens ging het gelijk op en Brecel wist 4-4 gelijk te maken. Voor de goede orde: de wedstrijd ging over elf gespeelde frames, dus de eerste speler die zes frames op het bord zet, heeft gewonnen.
Bij 4-4 wist iedereen dat het wel eens een cracker van een match zou kunnen worden. Het publiek in de zaal en thuis voor de buis ging op het puntje van de stoel.
Brecel, de youngster, maakte 5-4. In het volgende frame kon Brecel het afmaken. Maar hoewel hij voor het oog nauwelijks zenuwen kende, had hij toch niet de controle over de witte speelbal die je normaal zou moeten hebben. En dan hebben we het over de kwaliteit van toppers die de bal op de centimeter, of soms zelfs millimeter nauwkeurig op de tafel kunnen leggen. Ga er maar eens aan staan, op een tafel van 1,80 bij 3,60 meter groot…

Brecel raakte steeds uit positie, maar telkens wist hij met een briljante recovery te komen. Hij had nog één roze bal nodig en dan stond hij in de halve finale. Murphy zag de bui al hangen: als derde opzij geschoven door een broekie dat net komt kijken. Geen prof die dat wil.
Murphy wist een beslissende frame uit het vuur te slepen door de tiende frame toch te pakken. In een beslissende laatste frame kregen beide spelers kansen. Brecel werd zelfs even trending topic op internet, als we blogger Dave Hendon mogen geloven. Ik weet dat niet, ik keek snooker en geen twitter. Na een spannende verdedigingsfase was het Murphy die de eerste fout maakte. Brecel kon de tafel leegspelen en winnen. Hij potte rood, zwart, geel, groen, bruin en blauw. Hij raakte uit positie voor – wederom – de roze bal. Hij legde aan… en hij miste…
Murphy zag een reddingsboei en kreeg een allerlaatste kans. Ervaren als hij is, maakte hij de pot. Uitgeput en opgelucht legde hij zijn hoofd neder op de tafel. Hij had gewonnen, maar was wel een paar jaartjes ouder geworden.

Vol lof waren de commentaroren over Brecel. En terecht. Hoe bijzonder is het nu eigenlijk. Stel je voor: voetbal. Champions League. Kwartfinale. Real Madrid staat in eigen land tegenover vv Brasschaat, dat bestaat uit 17-jarige ventjes. En Brasschaat weet het tot penalties te schoppen, waarbij het op de één na laatste penalty pas voorbij is. Dat is het gevoel dat Brecel zal hebben.

Het Belgische journaal had Brecel uiteraard in de hoofduitzending. De ‘kleine’ sport snooker, het onbekende snooker, was even groot Belgisch nieuws. In Nederland is snooker nog nooit in het Acht Uur journaal geweest, voor zover ik weet. Er is ook nooit een aanleiding voor geweest, helaas.

In Nederland is er de laatste jaren geen snookertalent meer geweest dat tegen een profbestaan aan schurkte. Helaas. Was er in Nederland maar een ventje dat zoveel talent heeft, dat ‘ie zou kunnen doorbreken. Dat zou voor de sport in Nederland wel erg mooi zijn. Snookercentra hebben het moeilijk, steeds meer tafels verdwijnen. Tijd voor een revival van de jaren tachtig, hoopt menig snookerinsider.