Morgenochtend, zaterdag 20 april, om 11.00 uur gaat het gebeuren. Het grote moment is daar. De dag en het tijdstip waarnaar menig liefhebber al een paar maanden naar uitkijkt. De start van het – ratata ratata rombombom – het wereldkampioenschap snooker in Sheffield, Engeland! De grote vraag is: wat gaat regerend wereldkampioen Ronnie O’Sullivan doen?
Voor de leken onder u, waaronder lezers die de moeite namen dit stukje tekst te lezen ondanks het woord ‘snooker’ in de titel, zal ik het even uitleggen. Ronnie O’Sullivan won vorig jaar voor de vierde keer het WK Snooker, één van de drie meest prestigieuze snookertoernooien op de professionele kalender. Een bijzonder moment.
Helemaal bijzonder werd het, toen hij vlak daarna aankondigde een sabbatical te nemen, zijn snookerkeu even in de koffer te houden. O’Sullivan, getekend door een bijzonder leven, moest de zaken even op een rij zetten. Een klap voor het snooker, want O’Sullivan is en blijft de grootste publiekstrekker. Door zijn spel, door zijn persoonlijkheid.
De grote vraag was afgelopen jaar: stopt ‘ie definitief of komt ‘ie terug? Gunstig voor hem was in ieder geval dat hij sowieso geplaatst zou zijn voor het volgende WK. Een regerend kampioen hoeft zich niet te kwalificeren. Noch maakt het uit op welke plaats in de rankings hij staat.
Een paar weken geleden maakte O’Sullivan bekend: ik ga weer spelen. Ik ga meedoen aan het WK. Persoonlijk vind ik dat een coole actie. Want zal het gebrek aan wedstrijdritme hem opbreken, of gaat zijn bovenaardse natuurlijke talent hem ver brengen en gaat hij misschien zelfs voor een verrassing zorgen?
Dat is waar het morgen om 11.00 uur om gaat, op de BBC. Als regerend kampioen speelt hij de eerste wedstrijd van dit WK. Voor het eerst sinds een jaar speelt hij weer een echte wedstrijd. Natuurlijk heeft hij wel gekeud, de afgelopen maanden. O’Sullivan speelt demonstratiewedstrijden en dergelijke, iets waar een flink aantal profspelers een extra boterhammetje mee verdienen.
De eerste wedstrijd gaat O’Sullivan wel winnen. Marcus Campbell is zijn tegenstander. Okee, in het profcircuit bestaan geen slechte spelers. Ze kunnen allemaal ballen potten als een bezetene. Maar deze Schotse zwaargewicht moet heen obstakel zijn voor Ronnie, een Engelsman met souplesse.
Maar dan begint het echte werk. Een taaie sport, een sport met tactiek, uithoudingsvermogen en vooral veel psychische eigenschappen. Ik heb het al eerder uitgelegd: het gaat er niet om wie welke bal kan potten. Het gaat om het moment en vaak om het momentum. En om kantelmomenten in de wedstrijd. Het verveelt geen moment.
Ik ga er af en toe wel weer voor zitten, de komende twee weken en met de finale op 5 en 6 mei.
Jaarlijks doe ik mee met een voorspelling, voor de lol. Hieronder staan de resultaten die ik voorspel. Zoals u ziet, verwacht ik niet dat O’Sullivan het toernooi wint. Ik denk dat Neil Robertson uit Autralië de beker en de zak met geld gaat pakken. Maar het kan zomaar iemand anders worden. Dit seizoen is elk rankingtoernooi – dat zijn de toernooien voor de officiële punten – door steeds een andere speler gepakt. En dat geeft aan dat iedere speler in staat zou moeten zijn te kunnen spelen. In het snooker is er op dit moment geen Barcelona, Real Madrid of Manchester United dat elke belangrijke prijs pakt. In het snooker is er nog spanning.