Je bekijkt nu En ineens was ik weer even een jongetje van acht…

En ineens was ik weer even een jongetje van acht…

In mijn transformatie naar het leraarschap is er een aantal punten 
waar ik vooraf enige vrees en angst voor had. Vrees numero uno: 
zingen… Vrees nummer twee: mijn handschrift…

Tot voor kort 
interesseerde mijn handschrift mij niet. Ik was tenslotte zelf de 
enige die het moest kunnen lezen en als geheugensteuntje diende het
prima. Maar ja: als leraar heb je ook op dat gebied een 
voorbeeldfunctie. Een ouderwets ‘door-de-mand-val’-momentje was in
 aantocht.

Ik weet dat ik nooit echt ben geroemd om mijn handschrift. Mijn 
leraren op de lagere school waren er niet van onder de indruk en later 
verbeterden mijn hanepoten zich niet. Ik zag mijn handschrift zelf zoals je een karakter kunt zien: niets aan te doen.
Als ik voor de klas sta, is mijn handschrift niet alleen van belang als ik op het schoolbord moet schrijven, maar ook bij het nakijken van werk van leerlingen. Dat nakijken heb ik al een paar keer mogen doen op snuffelstagedagen en nu ook op mijn eerste stage. Tja, als een leerling iets fout schrijft, zet ik er eenvoudig een sierlijke rode streep doorheen. Maar dan moet ik het woord goed opschrijven en daar begint de ellende. Je kan dan als leraar niet onleesbaar corrigeren…

Gelukkig is er op de Marnix Academie een trainingslijn en met de niets aan duidelijkheid overlatende naam ‘handschriftverbetering’. Onlangs volgde ik de eerste bijeenkomst. De lessen worden gegeven door een man die een goeroe op dat gebied wordt genoemd. Ben Hamerling. Een echte vakliefhebber, die alles weet op het gebied van handschriften, bordschrijven en typologie. Zijn lokaal bevat een stuk of twintig kleine schoolborden en daar mochten we meteen op laten zien wat we kunnen. Met een ouderwets krijtje (de man houdt vast aan krijtborden) moesten we een tekst overschrijven. In sierschrift! Wat een feest. Het resultaat is te zien op de foto. Ineens moest ik weer nadenken over elke letter en dat maakt het vloeiend schrijven best lastig. Voor het bord schreef ik noodgedwongen weer zoals het acht-jarige jongetje dat ik ooit was. Sindsdien is mijn handschrift geëvalueerd tot een allegaartje van verschillende lettertypen waar geen structuur in te ontdekken is…

Ook op papier moesten we allerlei letters en lettercombinaties maken. We moeten vier soorten handschrift leren: sierschrift, blokschrift, voorbeeldschrift en lerarenhandschrift. Op van alles moet je letten. Lettergrootte, positie ten opzichte van lijntjes, evenwijdigheid, romphoogte, letterspaties, vormgelijkheid en nog meer van dat soort zaken. Wie hierover meer wil lezen: www.schrift-online.nl.

Ik ben heel benieuwd of ik mijn handschrift echt kan verbeteren. Laat ik maar tegen mezelf zeggen wat ik tegen leerlingen ook zeg: als je maar je best doet!