Een mooie datum, een mooie dag. Elf januari tweeduizendelf. Of, korter: 11-1-’11. Deze dag startte ik officieel met mijn deeltijdopleiding aan de Marnix Academie in Utrecht. Een Pabo-opleiding, waar ik als doel heb de vaardigheden te leren om leraar te worden op een basisschool.
Leraar worden is een wens die ik al een aantal jaar koester. Als ik voor mezelf bedenk waarom ik die wens heb, kom ik tot de conclusie dat ik zelf altijd een leuke schooltijd heb gehad. Zowel op de basisschool, in het kleine Gouderak, als op de middelbare school, in het iets grotere Gouda, heb ik mij altijd prima vermaakt. Ik zag het niet als straf om naar school te gaan. Ook de hogeschool in het nog grotere Zwolle, waar ik journalistiek studeerde, bezorgde me een goede tijd. Als ik leraar word, zou ik een leraar willen zijn die ervoor zorgt dat zijn leerlingen niet met tegenzin naar school gaan en wil ik ze enthousiasmeren nieuwsgierig te zijn.
Op het moment dat ik dit schrijf, werk ik al tien jaar bij de lokale krant Het Kanaal in Nieuwerkerk aan den IJssel. Een prachtig mooi vak. Dicht bij de mensen, dicht op het lokale nieuws. Als journalist bij een lokale krant kom je veel in basisscholen. Op scholen worden vaak leuke activiteiten georganiseerd voor de leerlingen, die vaak de moeite van het vermelden in de lokale krant waard zijn. Altijd als ik voor de krant in een school kom, bedenk ik mij hoe leuk het zou zijn om leraar te zijn. Zelfs als relatieve vreemdeling in een school komen leerlingen naar je toe om vragen te stellen. Kinderen hebben een openheid en een enthousiasme dat me bevalt. Mooi is het ook om te zien hoe kinderen zich op een basisschool van kleine dartele wezentjes in de loop van de jaren ontwikkelen tot persoontjes met een mening. Die ontwikkeling begeleiden is iets dat ik als één van de vele leuke kanten van het lerarenvak zie.
Dat is in een notendop de reden dat ik met de opleiding ben gestart. Op deze weblog wil ik met een zekere regelmaat mijn beslommeringen en ervaringen in het onderwijs optekenen.