Zal ik het doen of zal ik het niet doen? Dat was voor collectanten van de KWF Kankerbestrijding dit jaar een vraag waar vast even over is nagedacht. Ik dacht er een halve seconde over na en besloot gewoon weer ouderwets met de collectebus langs de deuren van de Kerklaan in Nieuwerkerk te gaan.
KWF kreeg recent te maken met een grote tegenvaller, toen bleek dat een stichting die is gelieerd aan het Alpe d’Huzes-succes niet helemaal jofel met het geld omging. Ingewikkeld verhaal, maar de kern is dat minder geld netto overbleef voor echt onderzoek naar het bestrijden van kanker. Een slechte zaak, die tot op de bodem moet worden uitgezocht.
Het slechte nieuws kwam letterlijk vlak voor de jaarlijkse collecteweek naar boven. Slechter timen kun je slecht nieuws over een slechte zaak niet.
Ik ging gewoon weer op pad op de Kerklaan in Nieuwerkerk. Drie jaar geleden ben ik begonnen met collecteren en eigenlijk wil ik mijn jaarlijkse bedeltocht langs de Kerklaan niet meer kwijt. Bedelen is niet het goede woord. Ik werf gelden om mijn hele kleine steentje bij te dragen aan de kankerbestrijding. Alle kleine beetjes helpen. Zo simpel is het.
Mijn eerste ronde deed ik destijds ook om er een mooie reportage over te schrijven voor Het Kanaal. Het leek me gewoon mooi om eens ‘van binnenuit’ te beschrijven hoe het is, dat collecteren. Je ziet ze vaak aan de deur, die collectanten, maar hoe is het om het van de andere kant te bekijken. Over mijn eerste collecterondje schreef ik dit verhaal.
Weet je wat ik heb gemerkt, dit jaar tijdens de collecte? Dat het op zich meeviel met hoe je wordt benaderd. Ik weet niet exact hoeveel mensen de deur open deden op mijn route (ik schat rond de tachtig), en er was welgeteld één man die zeer kordaat en uit volle borst riep ‘Absoluut niet!’, toen ik hem vroeg of hij nog wat over had voor de kankerbestrijding. De rest gaf allemaal wel weer wat. Munten, briefjes, KWF-envelopjes, alles.
“Zal ik maar niets vragen?” zei mijn eerste ‘klant’, toen ik de bus voor zijn neus hield. Hij doelde op al het gedoe rond geld van Inspire4live dat aan een strijkstok is blijven hangen en waar zo veel gedoe over is. Maar toen pakte de jonge ondernemer een briefje, zei dat zijn vader ook met kanker te maken had, en wenste me succes. Hij begreep ook dat de collectanten er niets aan kunnen doen.
En zo waren er meer bewoners van de Kerklaan. Na drie jaar ga je steeds meer gezichten telkens weer terugzien. Natuurlijk werd er gevraagd of ik veel opmerkingen kreeg over de negatieve media-aandacht. Ik zei dat ik het net zo vervelend vind als iedereen, als er zo met geld van gulle gevers wordt omgesprongen. En dan was er wederzijds begrip.
Laat ik er niet omheen draaien. Ik vind het collecteren ook gewoon leuk. Her en der maak je een babbeltje. Ik vind de Kerklaan bovendien prachtig. Huizen uit de tijd dat de polder nog ontgonnen moest worden. Daglonerswoninkjes. Een oud treinstation. Het kanaal waar continue polderwater door wordt afgevoerd. De levensader van de polder. Afgelopen week was het mooi weer, en dan varen er bootjes. Er skaten een paar tieners langs. En loop een jonge moeder achter een kinderwagen. Een oud vrouwtje doet hetzelfde achter een rollator. In de verte komt een trein voorbij. Heerlijk!
Ik geniet ervan als ik bij Wilkin den Boer aanbel en de noeste visser naar geld zoekt. “Waar is m’n knoet?” zegt hij. Prachtig oud-Hollands woord voor portemonnee. Nog elk jaar is voormalig Nieuwerkerks burgemeester André Bonthuis thuis. En altijd is er even een praatje. Hij maakte afgelopen jaar wel erg van dichtbij mee wat de ziekte doet en vooral hoe belangrijk onderzoek is.
De horeca op de Kerklaan is elk jaar trouw in het bijdragen aan het goede doel. Dit jaar liep ik twee avondjes met de collectebus. Rond etenstijd (sorry, mensen!) en dan ruik je overal de heerlijkste geuren. Ja, dat maakt hongerig. Dit jaar genoot ik bij Simo bij het station van een kapsalonnetje. Daarna kon ik er weer tegenaan. De tweede avond was Italiaans geörienteerd. Toen ik bij La Sirena binnenkwam, pakte de eigenaar meteen een paar duiten uit zijn kassa. “Ik kom eigenlijk voor een hapje eten, maar bedankt voor de bijdrage aan het KWF,” zei ik. Het geld dat ik besteed aan eten, doe ik ook in mijn eigen collectebus. Heerlijk in het zonnetje at ik mijn spaghetti met ruccola en pomodori.
Uiteindelijk heb ik mij weer prima vermaakt tijdens de collecteweek. Op het moment dat ik dit schrijf, weet ik nog niet hoeveel ik heb opgehaald. De coördinator is nog aan het tellen. Ik vraag me af of het in Nieuwerkerk meer of minder is dan vorig jaar. Enerzijds moet het minder zijn, na zoveel slecht nieuws. Aan de andere kant: als mijn rondje representatief is voor de stemming in het dorp, moet het wel meevallen.
UPDATE: Oei! Vandaag kreeg ik te horen wat ik dit jaar heb opgehaald tijdens mijn collecterondje. Ik dacht dat het goed was gegaan… Dus niet! Dit jaar kwam ik uit op 193 euro! Ter info: in de jaren daarvoor had ik steeds 275 euro! Oei oei oei! Dan heeft de negatieve aandacht rond de collecte toch zijn weerslag gehad. Bijzonder is dat ik letterlijk één keer ‘nee’ te horen kreeg. Waarschijnlijk gaven mensen wel geld, maar minder dan normaal. Volgend jaar moet mijn bedrag weer met een twee beginnen!
Lees ook: ‘Heeft u nog iets over voor de kankerbestrijding?’