Je bekijkt nu ‘We willen terug naar wijkverpleegkundige die weet wat speelt’

‘We willen terug naar wijkverpleegkundige die weet wat speelt’

‘Wij willen terug naar wijkverpleegkundige die weet wat speelt’
NIEUWERKERK/CAPELLE – Gewoon dichtbij. Dat is het motto waarmee Marnix de Romph en Tessa Roos met ingang van dit jaar een nieuwe, eigen zorgorganisatie zijn gestart. “We willen terug naar de basis: zorg uitgevoerd door een verpleegkundige die in de wijk woont. We willen het verschil maken,” vat Tessa Roos samen. Het bedrijf heet Parento en is letterlijk nèt begonnen met het werven van personeel én klanten.

Parento richt zich op Nieuwerkerk en Capelle. In beide plaatsen wil Parento starten met een team van maximaal twintig werknemers. “Waarom twintig? Die heb je nodig om zeven dagen per week zorg te kunnen verlenen en een rooster te kunnen maken, waarbij de klant niet steeds verschillende medewerkers in huis krijgt,” legt zorgcoördinator Tessa Roos uit.

“We zijn klein en willen klein blijven,” zegt directeur Marnix de Romph. “Veel grote zorginstellingen zeggen wel dat zij vanuit de cliënt denken, maar in de praktijk werkt dit niet altijd zo. Wij vinden dat het beter kan en anders moet. Om een voorbeeld te geven. We willen dat onze verpleegkundigen in de wijk wonen waar ze werken. Als we een sollicitant uit Zoetermeer krijgen? Nee, die nemen we dan niet aan. We willen echt dat onze medewerkers de wijk en de mensen kennen. Dan krijg je de natuurlijke samenhang in een wijk terug. We hebben de heilige overtuiging dat een klein team, dat zijn verantwoordelijkheid kent, niet van vier verschillende managers hoeft te horen wat ze moet doen. Wij denken niet vanuit onze organisatie, maar vanuit wat de klant nodig heeft en wil. Niets ten nadele van grote organisaties, ik heb er veel geleerd. Dirk Jan Verbeek, die mij ooit aannam bij Vierstroom, heeft mij het belangrijkste geleerd: je moet altijd kunnen uitleggen waarom je iets doet. Waarom ik dit doe? Uit naastenliefde. Als iemand afhankelijk is van een ander voor zorg, moet je daar op een integere manier mee omgaan.”

Parento heeft een duidelijke visie op hoe zij de thuiszorg wil inrichten. Marnix en Tessa willen af van de huidige gang van zaken, waarbij klanten soms per dag drie, vier verschillende mensen over de vloer krijgen. Bijvoorbeeld één om injecties te geven, één om steunkousen aan te doen en één om te helpen met het huishouden. Het uitgangspunt van Parento is dat ouderen geholpen moeten worden om zo lang mogelijk thuis te kunnen blijven wonen, en zelfstandig zijn. Tessa: “Er komt een heel nieuwe zorgvraag aan, omdat mensen langer thuis moeten blijven wonen.”

In de thuiszorg en huishoudelijke hulp staan landelijk grote bezuinigingen op stapel. De Romph en Roos menen dat zij desondanks, of misschien wel dankzij, die ontwikkeling van toegevoegde waarde kunnen zijn voor hun cliënten. Met minder geld betere zorg leveren. Dat vergt wel wat van de medewerkers. Tessa: “De informele zorg wordt steeds belangrijker. De vrijwilliger van Zonnebloem die langs gaat voor een praatje is net zo belangrijk als diegene die de steunkousen aan doet. Als één van die schakels wegvalt, kan een oudere al niet meer thuis blijven wonen. Daarom willen we die samenwerking van thuiszorg met de informele zorg verbeteren. Dat willen we coördineren. We willen dat de wijkverpleegkundige tegen een buurvrouw kan zeggen: ‘wilt u uw buurvrouw even in de gaten houden, want het gaat even niet zo goed.’ Die betrokkenheid willen we bereiken. Buren zijn belangrijk, maar er moet wel een lichte vorm van sturing op zijn.”

Die visie slaat aan, want hoewel het bedrijf Parento net is begonnen, zijn er al veel aanvragen van mensen die zorg willen ontvangen en van mensen die er willen werken, zo zegt De Romph. Van de werknemers wordt wel iets gevraagd. “In de wijkverpleegkundige moet een zorghart kloppen,” zegt Tessa. “Voor mij geldt dat ik het verschil wil maken. Ik wil de klant niet als nummer zien, dat past niet bij mij. Ik wil de klant in zijn of haar eigen omgeving zien. Iemand die in de wijk woont en leeft, weet welke sociale cohesie er is.”

Tegenwoordig wordt veel gesproken over salarissen van bestuurders in de zorg. De Romph is directeur van Parento. “Maar één ding staat ook vast: als het bedrijf gaat lopen, verdien ik niet meer dan de wijkverpleegkundige. Als het bedrijf gaat renderen, en dat hopen we en verwachten we ook, dan hebben we afgesproken dat een kwart van de winst terug gaat naar de werknemers. Dat kan zijn in een cursus om ze nog beter te maken, maar ook bijvoorbeeld voor een bedrijfsuitje. Dat is aan hen om te bepalen. Een kwart gaat terug naar onze investeerder, mijn zwager Cor van Driel. Met hem hebben we het bedrijf opgericht, hij is van huis uit registeraccountant en raakte in de zorg terecht. Een kwart steken we in het bedrijf voor soliditeit en heel belangrijk: een kwart gaat naar samenwerking met de informele zorg, om die te verbeteren. En naar de ketenzorg. Er zijn mensen die uit het ziekenhuis komen en thuis ineens zien dat ze een groen pilletje moeten nemen in plaats van het gele pilletje dat ze gewend zijn. Dat slikken ze dan niet, uit angst. Dat probleem los je al op door iemand even langs te sturen om het uit te leggen.”

Bij het starten van een nieuw bedrijf in de zorg komt veel formaliteit kijken. De belangrijkste: Parento heeft de erkenning van het ministerie gekregen, en mag dus zorg verlenen. Veel praktische zaken moeten ook geregeld zijn. Bijvoorbeeld de regel dat dossiers achter slot en grendel bewaard worden. Maar ook minder logische zaken. “Je moet een cliëntenraad hebben, ook al heb je nog geen cliënten,” lacht De Romph.
Parento kan verpleging, verzorging en begeleiding bieden maar nog geen huishoudelijke zorg. Maar de medewerkers weten wel wat de mogelijkheden zijn en kunnen dat met de klanten bespreken.

Momenteel kan Parento alleen zorg verlenen via het Persoons Gebonden Budget, het PGB. Voor ‘zorg in natura’ zijn contracten nodig en het zorgkantoor laat per jaar maar één nieuwe zorginstelling toe. Toch kan iedereen die dat wil zorg ontvangen van Parento. Mensen die de administratie daarvoor niet kunnen of willen regelen, kunnen dat ook door Parento laten verzorgen.

Wie zijn Marnix de Romph en Tessa Roos?
Marnix de Romph en Tessa Roos hebben beide al de nodige vlieguren gemaakt in de zorg en hebben daardoor een groot netwerk in de zorgsector. Tessa is van huis uit verpleegkundige met een talent voor coördinatie. Zij is in Nieuwerkerk ook bekend als voormalig coördinator van het hospice IJsselThuis. Tevens is zij ouderenadviseur namens de gemeente in Moordrecht, Zevenhuizen en Moerkapelle.
Marnix de Romph heeft jaren gewerkt als adviseur van de Raad van Bestuur van zorginstelling Vierstroom. Daar is hij mee gestopt, maar naast zijn nieuwe baan als directeur van Parento is en blijft hij ook directeur van twee gezondheidscentra: in het Goudse Korte Akkeren en in Nijkerk. Verder is hij directeur van een brancheorganisatie in de mondzorg en heeft hij een eigen adviesbureau voor de zorgsector.