Je bekijkt nu Eendragtspolder: buffer én badkuip tegelijk

Eendragtspolder: buffer én badkuip tegelijk

 

Eendragtspolder is grootste gebiedsontwikkelingsproject in Nederland, op Tweede Maasvlakte na

Eendragtspolder: buffer én badkuip tegelijk

Ergens in de jaren negentig van de vorige eeuw was er ineens Een Vraagstuk. Met hoofdletters. Een Vraagstuk dat om een oplossing vroeg. Punt 1: in Nederland schijnt het in de toekomst meer en heviger te gaan regenen. Punt 2: er is niet genoeg plek om al het water dat dan ineens valt, te bergen, zoals dat zo mooi heet. En punt 3: in Zevenhuizen zagen ze dat de bebouwing van Nesselande, ofwel Rotterdam, steeds dichterbij kwam…

Met deze drie ingrediënten op tafel werd gebrainstormd en nog eens gebrainstormd. Tot op een bepaalde moment een ‘eurekamoment’ kwam: waarom zouden we niet het gebied tussen Nesselande en Zevenhuizen – de Eendragtspolder – aanwijzen als enorme waterkuip, waar in geval van nood water tijdelijk kan worden opgeslagen? En waarom zouden we dat gebied, als het niet als badkuip fungeert, niet als recreatiegebied aanwijzen? Twee vliegen in één klap. Het plan voor de Eendragtspolder was geboren.
In de loop der jaren werd het idee uitgewerkt en uiteindelijk zag het plan om ook meteen een roeibaan aan te leggen het levenslicht. De Eendragtspolder werd dus zowel recreatiepolder, als roeibaanpolder, als waterbergingspolder. En daarmee een buffer tegen de oprukkende bebouwing van Rotterdam én een soort badkuip tegelijk.
De kosten van dit alles? Ruim veertig miljoen euro, betaald door de provincie Zuid-Holland, de gemeente Rotterdam, de gemeente Zuidplas, het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard en het recreatieschap Rottemeren. Het grote geluk was dat de financiën waren geregeld voor de huidige economische crisis begon.

Bestuurders van de samenwerkende partijen zijn er nu maar wat trots op, op die Eendragtspolder. En het projectteam dat zich er de afgelopen jaren mee bezig hield, is er ook trots op. Tijdens het proces werd elke mijlpaal gevierd met een persbericht en een persmomentje. ‘Overeenkomst grondeigenaren getekend’, ‘Bestemmingsplan vastgesteld’, ‘Keet aannemer geplaatst’, ‘Eerste hap grond uit Eendragtspolder gegraven’, ‘Eerste fietsbrug aangelegd’, ‘Laatste fietsbrug geplaatst’, ‘Eerste water in roeibaan gestroomd’, ‘Waterinlaat Rottekade in werking gesteld’, ‘Eerste paal clubgebouw geslagen’, ‘Eerste steen clubgebouw gelegd’, ‘Hoogste punt clubgebouw bereikt’, ‘Clubgebouw opgeleverd’, ‘Eerste fietspad door Eendragtspolder open gesteld’. En ga zo maar door.

Net na de afgelopen zomervakantie naderde de Eendragtspolder haar voltooiing. Althans: wat de roeibaan betreft. Dat was het moment voor het projectteam om het gebied vol trots aan de inwoners te laten zien. Verdeeld over een paar dagen kregen belangstellenden een rondleiding door het gebied, geleid door de enthousiaste en betrokken voorlichtster Hilda Jeninga. Toeval of niet: Hilda is in haar vrije tijd roeister in Den Haag en dat maakt dat zij nóg enthousiaster over het project kan vertellen dan een willekeurig ander persoon.

In één van die busjes ging een verslaggever van Het Kanaal mee. Het leverde een leuk en leerzaam uurtje op in de polder, die officieel nog niet opgeleverd is. De echte oplevering is op 1 december 2012, eerder dan gepland.
Hilda, een spraakwaterval, begon er mee te zeggen dat de Eendragtspolder groot is, heel groot. “Het is de op één na grootste gebiedsontwikkelingslocatie van Nederland. Alleen de Tweede Maasvlakte is groter,” aldus Hilda. De Eendragtspolder is ruim 300 hectare groot.
Hilda vertelt in het busje over de ontstaansgeschiedenis van de Eendragtspolder. “Uitgerekend was dat er in geval van extreme wateroverlast in deze regio elf miljoen kubieke meter water moet worden opgevangen. In het stroomgebied van de Rotte kan zeven miljoen kuub worden opgevangen. Dus moest er nog naar ruimte voor vier miljoen kuub worden gezocht. Die werd gevonden in deze Eendragtspolder.”
De aanleg van de polder ging vlot. Vele duizenden ladingen grond werden verplaatst. Van tevoren was de historische vereniging Zevenhuizen erbij gehaald. Er werd weinig van archeologische waarde gevonden. “Er is alleen één bom uit de Tweede Wereldoorlog gevonden,” zegt Hilda. “Die is gecontroleerd tot ontploffing gebracht. De burgemeester was erbij en riep: ‘Ik zei nog zo: géén bommetje!'”

Meteen aan het begin van de rondleiding vraagt Hilda aan de passagiers wat zij van de Eendragtspolder vinden. Ze merkt zelf dat sommigen het jammer vinden dat de polder is opgeofferd. In de bus klinken andere meningen. “Ik vind het beter dan woningbouw,” zegt een man. En een vrouw: “Ik vind het mooi, je kunt er nu al lekker fietsen.” Dat laatste klopt: het fietspad parallel aan de Middelweg is al open. “Veel veiliger,” vindt de fietsliefhebster in de bus.
De hoofdingang van de Eendragtspolder is te vinden aan het Zuideinde. Vanaf daar loopt een kaarsrechte weg de polder in. Aan de rechterzijde zijn dan de bestaande landbouwgronden te zien. Aan de linkerzijde is een moerassig gebied in ontwikkeling. Vogels hebben dit drasland al lang gevonden. “Er zijn al tureluurs gespot en ook een Heilige Ibis,” vertelt Hilda.
Na een paar minuten rijden – de polder is erg groot – is links van de weg een parkeerplaats in aanleg voor 350 auto’s. Daar komt ook ruimte voor recreatieondernemers om zich er te vestigen, bijvoorbeeld een waterfietsverhuurder of een uitbater van een theehuis of iets dergelijks. Volgende zomer is de grond klaar voor uitgifte.
Vlak voor een T-splitsing gaat de weg iets omhoog, een dijklichaam op. Daar komt de weg uit op de meanderende dijk langs een waterrijk gebied met onderwater-eilanden en in de verte de roeibaan. Deze weg heet, hoe kan het ook anders, de Slingerkade. “Het idee is dat als je er op rijdt, je steeds een ander uitzicht hebt,” vertelt Hilda.

Pompen of verzuipen
Op deze plek is ook een waterkundig essentieel onderdeel te vinden: de waterdoorlaat. Want hoe zit het nu eigenlijk met die waterberging in het gebied? Hoe loods je regenwater uit de regio naar zo’n polder? Kort gezegd: in de Rottekade is een wateraflaat. Bij ernstige wateroverlast door hevige regen wordt deze open gezet en dan stroomt water uit de Rotte in de Eendragtspolder. “Dat gaat met een enorme hoeveelheid tegelijk,” legt Jeninga uit. “Om precies te zijn: 1200 kubieke meter per minuut. Om een beeld te geven: dat is één badkamer per seconde…”
Op die manier kan dus vier miljoen kubieke meter water in de polder worden gelaten. Een groot deel van de polder kan dan onder water komen te staan. De meeste wegen worden onbegaanbaar, het moerassige gebied wordt een meer en de kades langs roeibaan verdwijnen onder water.
Als de overlast voorbij is, dan moet het water natuurlijk weer weg. Dat gaat via de wateruitlaat bij de Middelweg. Eruit duurt langer dan erin. “Het leegmaken duurt drie weken,” verklapt Hilda. Het water stroomt eerst in het lagergelegen moerasgebied en daarna via de uitlaat naar de sloot langs de Middelweg. Via het gemaal bij Oud Verlaat wordt het water weer in de Rotte gepompt.

Gebeurt dat nu vaak, dat de polder onder water wordt gezet? Dat weet eigenlijk niemand. De verwachting is dat het zeer incidenteel zal gebeuren. De calamiteitenberging is er vooral ‘voor het geval dat’.

En dan… de roeibaan
Het oogappeltje van de Eendragtspolder is de roeibaan. Natuurlijk, calamiteitenberging is belangrijk, recreatie is prettig, maar de roeibaan, dat moet de grote trekker worden in het gebied. Het is dan ook een Olympische roeibaan. Met als naam de Willem-Alexander Baan, hoewel nog steeds niet duidelijk is of kroonprins Willem-Alexander de baan officieel komt openen, volgend voorjaar. De roeibaan moet de beste en mooiste roeibaan van het land worden. De bekende Bosbaan in Amsterdam is beroemd, maar zit inmiddels ‘aan zijn taks’, zo wordt gezegd. “Nee, de Eendragtspolder is geen concurrent van de Bosbaan,” zegt Hilda. “De Bosbaan zit aan zijn maximale capaciteit, het vergt veel van de omgeving in Amsterdam. Daarom zijn zij ook blij met de Eendragtspolder.”
Zeker is dat de roeibaan wordt ingezet als middel om de Olympische Spelen in 2028 naar Nederland te krijgen. Alles aan de baan is Olympisch. En dan gaat het niet alleen om de lengte en de omliggende faciliteiten. Of de breedte van de baan (er zijn acht banen, zodat tijdens de wedstrijd de zes beste banen gekozen kunnen worden.) “Normaal is het waterpeil van de baan twee meter. Dat is voor gewone wedstrijden voldoende. Maar voor internationale wedstrijden moet het water drie meter diep zijn. We kunnen er dan een meter water in laten stromen,” zegt Hilda. Een baan met eb en vloed, dus… Dat water wordt dan uit de Hennipsloot gehaald, omdat dat water meestal schoner is dan het water uit de Rotte. Het duurt een paar maanden om de roeibaan en het omringende plasgebied op de gewenste hoogte te krijgen.
Verder is het bij de Bosbaan in Amsterdam lastig voor roeiers om terug te roeien, als er wedstrijden zijn. Daarom is er in de Eendragtspolder een speciale baan gegraven van begin tot eind, parallel aan de wedstrijdbaan. “Die gebruiken roeiers onder meer om na een wedstrijd uit te roeien,” legt Hilda uit. “We noemden het daarom de ‘uitroeibaan’, maar dat klinkt als je het anders leest nogal luguber. Uitroeien. Daarom hebben we het nu over de ‘omroeibaan’.”

Groene soep
“Hoe zit dat met groeiende waterplanten in de baan?” wil iemand in de bus weten. Hilda weet het antwoord: “Vroeger was dit landbouwgebied. Boeren gebruikten kunstmest met fosfaat. Dat zit hier dus in de grond. Fosfaat zorgt voor algengroei en daar zitten we niet op te wachten. Daarom hebben we een dikke laag zand op de bodem van de roeibaan gelegd, zodat fosfaat uit de bodem niet in het water kan spoelen. Ook planten we riet op de onderwatereilanden, want riet neemt fosfaat op. Eventueel kan ijzerchloride aan het water worden toegevoegd. Dat bindt zich met de fosfaten, die daardoor als vlokken op de bodem neerdalen. Waterplanten zijn niet goed voor een wedstrijdroeibaan. Eén waterplant aan de boeg van een roeiboot kan het verschil betekenen tussen goud of zilver.”

Aan werkelijk alles is gedacht. Naast de roeibaan komen aan de ene zijde twee wegen. Eén daarvan is de Cameraweg. Bedoeld voor camerawagens tijdens televisie-uitzendingen, die met de roeiers meerijden. Daarnaast is nog een weg, voor publiek. Aan de westzijde van de baan is een fietspad, ook over de hele lengte van de baan. “Het is nu net geasfalteerd. Ik denk dat als de polder is opgeleverd, mensen dit gaan ontdekken als perfecte skeelerbaan,” zegt Hilda.
Waarom ligt de baan eigenlijk zoals deze ligt? “Ook daar is over nagedacht,” verklaart Hilda. “In heel Nederland komt een zuidwestenwind het meest voor. De baan is daarom in die richting gelegd, zodat roeiers wind mee hebben. De starttoren ligt in het zuidwesten. Om de 500 meter is een tijdmetingsgebouwtje.

Officieel is de Eendragtspolder nog niet opgeleverd, het is nog bouwterrein. Dat betekent dat het verboden is voor bezoekers. Toch zijn er al veel mensen die stiekem een kijkje gaan nemen. Inwoners uit Zevenhuizen bijvoorbeeld, die hun hond uitlaten op het schelpenpad bij de Hennipsloot. Het vaste wandelrondje is afgesloten vanwege de aanleg van de baan. Toch gaan wandelaars langs het hek dat de toegang afsluit. Het wordt gedoogd. Dat mensen nieuwsgierig zijn, weet Hilda: “Rondom de polder hadden we bordjes gezet met zo’n QR-code, waarmee mensen met een mobieltje meteen naar de website werden geleid. Die is in twee maanden tijd 1200 keer gekeken.” Hilda zorgt ook hoogstpersoonlijk voor promotie. “Toen het afgelopen winter zo vroor en de Rottemerentocht werd gehouden, heb ik direct foldertjes laten maken en ben die uit gaan delen op het ijs. Ik wil gewoon dat zoveel mogelijk mensen de Eendragtspolder weten te vinden.”

Bij wijze van uitzondering laat de projectorganisatie al wel gecontroleerd mensen toe. Zo werd voor de Olympische Spelen al getraind op de roeibaan door de Nederlandse roeiploeg. Ook hebben lokale bestuurders en politici de polder al bewonderd. En nog maar kort geleden werd de eerste officiële roeiwedstrijd gehouden: de Erasmussprints, die normaal in de Kralingse Plas werden gehouden. Voor dat soort gelegenheden wordt de baan tijdelijk opengesteld. Hilda: “We hadden stiekem gehoopt dat de heren van de Holland Acht een gouden medaille zouden halen en dat ze dan bij de officiële opening van de baan aanwezig zouden zijn. Maar helaas, ze werden achtste. Gelukkig haalden de dames brons, dus hebben de eer hoog gehouden.”
In 2016 komt het WK roeien naar de Eendragtspolder. En uiteindelijk is de grote wens uiteraard de Olympische Spelen van 2028. De geest van voorgaande Spelen is te vinden bij de baan. Zo zijn er vier toegangsbruggen die de namen Sydney-, Beijing-, Seoul- en Altantabrug hebben gekregen. “Dat zijn Olympische plaatsen waar Nederlandse roeiers goud hebben gehaald,” leert Hilda. Het finisheiland, waar de finishtoren en het botenhuis staan, heet het Nely Gambonplein. “Nely Gambon was een voorvechtster van het vrouwenroeien en was het eerste vrouwelijke lid van de wereldroeibond FISA,” zegt Hilda.

Als de Eendragtspolder op 1 december is opgeleverd, wordt het helemaal openbaar gebied. “Mogen mensen dan bij wijze van spreken zwemmen in de roeibaan?” wil iemand in de bus weten. “Dat is niet verstandig,” aldus Hilda, “Als je in een roeiboot zit, zie je het echt niet als er ineens een hoofd boven water komt. Voor iemand die zwemt, is het gevaarlijk. Op andere plekken in het plasgebied is het veiliger.”

KADER:

Is het nu Zuidplas of Rotterdam?
De Eendragtspolder is een gigantisch gebied, waarover de afgelopen jaren al veel is geschreven. Daarbij gebeurde vaak iets merkwaardigs: kwam een persbericht uit Rotterdam, dan werd het gebied ‘Rotterdams’ genoemd. Waarop de gemeente Zuidplas steeds direct reageerde door te stellen dat de polder toch echt Zuidplas’ grondgebied is. Maar hoe zit het nu?
Zeker is dat de polder in de gemeente Zuidplas ligt. De gemeentegrens met Rotterdam loopt namelijk precies om de polder en Oud Verlaat heen. De eigenaar van het gebied wordt het recreatieschap Rottemeren en die organisatie krijgt ook het beheer in handen. Tot de opleverdatum is het beheer in handen van aannemer GMB. Daarna is er een overgangsjaar en vanaf 1 december 2013 is recreatieschap Rottemeren de beheerder van het gebied. Het recreatieschap sluit met de gemeente Rotterdam een erfpachtovereenkomst voor de roeibaan en de hoofdaccommodatie.

KADER:

Nog geen geld voor brug naar N219
Over de bereikbaarheid van de Eendragtspolder is het laatste woord nog niet gezegd. De hoofdingang van het gebied ligt aan het Zuideinde, het dijkje langs de ringvaart in Zevenhuizen. Dat dijkje is niet berekend op veel autoverkeer. Zeker als er grote internationale roeiwedstrijden komen in de toekomst, zal het druk worden. Uiteindelijk is een nieuwe brug over de ringvaart wenselijk, met een aansluiting op de provinciale weg N219. Maar op dit moment is het geld daarvoor er niet en is niet duidelijk welke gemeente in de buidel moet tasten.
Bij een normale wedstrijd worden 800 tot 900 bezoekers verwacht. Bij internationale wedstrijden zijn dat er meer. “Dan willen we het parkeren organiseren met pendelbusjes,” zegt Hilda Jeninga. “We gaan niet meer parkeerplaatsen aanleggen in het gebied. Het is niet logisch om een gebied in te richten voor één zo’n grote wedstrijd in vijf jaar.”

KADER:

Contacten met schaatsclub Zevenhuizen
Een roeibaan is natuurlijk om te roeien. Maar als het vriest… Daarom zijn inmiddels de contacten gelegd met de Zevenhuizensche IJsclub. Mocht het in de winter lekker gaan vriezen, dan kan naast de roeibaan, in de buurt van eetcafé De Roerdomp, een schaatsbaan worden aangelegd. Het ijs is waarschijnlijk sneller betrouwbaar dan op het open water van de Rotte. Het zou helemaal mooi zijn als er wedstrijden gehouden kunnen worden op de roeibaan zelf. Met zijn twee kilometer lengte is dat een prachtige lange schaatsbaan.